top of page
Foto van schrijverEva Verween

Echtscheiding: gewoon conflict of hoogconflict? Wanneer spreek je van een hoogconflictscheiding?

Ook onder professionals bestaat er soms onduidelijkheid over wat nu wel en niet valt onder de noemer "hoogconflictscheiding".



De term wordt ook te vaak gebruikt in contexten waarin hij niet van toepassing is, waardoor mensen die echt hulp nodig hebben, die niet krijgen omdat de ernst van de dynamiek verloren gaat.


Een scheiding is vaak een emotioneel en complex proces, maar in sommige gevallen loopt het conflict hoog op, gaat de storm ook na vele jaren niet liggen, en spreken we van een hoogconflictscheiding of "vechtscheiding".


(Ik gebruik de term "vechtscheiding" liever niet, omdat die impliceert dat er twee partijen zijn die willen vechten. Eén partij die het conflict opzoekt is voldoende. Je hoeft niet met twee te zijn om te vechten, je moet met twee zijn om overeen te komen.)


Er bestaat echter veel verwarring over wat nu precies een hoogconflictscheiding is en wanneer een scheiding waarin partners het niet eens zijn nog als een gewone scheiding wordt beschouwd.


In dit artikel duiken we dieper in op de kenmerken van een hoogconflictscheiding, de rol van geweld hierin en hoe professionals de signalen kunnen herkennen.



Kenmerken van een hoogconflictscheiding


Een hoogconflictscheiding onderscheidt zich van een reguliere scheiding door de intensiteit en duur van het conflict tussen de ex-partners.


Een hoogconflictscheiding wordt gekenmerkt door intense emotionele conflicten tussen de betrokken partijen. Dit type scheiding gaat vaak gepaard met langdurige juridische procedures, waarbij beide partijen voortdurend met elkaar in botsing komen over zaken zoals alimentatie, kosten, eigendommen, ouderlijk gezag en de verblijfsregeling van de kinderen.


Kenmerken van een hoogconflictscheiding zijn onder andere:



Hoewel meningsverschillen en emoties bij elke scheiding een rol spelen, escaleert dit in een hoogconflictscheiding zodanig dat het de ex-partners belemmert om tot een overeenkomst te komen en dat het welzijn van betrokkenen ernstig wordt geschaad1.



De rol van geweld


Een van de meest zorgwekkende aspecten van hoogconflictscheidingen is de relatie met intrafamiliaal geweld.


Onderzoek toont aan dat geweld, zowel fysiek als psychisch, vaak een belangrijke factor is in hoogconflictscheidingen. Naar schatting ligt bij 50 tot 75 procent van de hoogconflictscheidingen intrafamiliaal geweld aan de basis2.


Dit kan zowel geweld tussen partners zijn als kindermishandeling en/of kindermisbruik.

Het geweld kan vóór de scheiding hebben plaatsgevonden, maar ook tijdens en na de scheiding voortduren als een vorm van machtsmisbruik en dwingende controle.


Onderzoek toont aan dat in gevallen van huiselijk geweld de kans op een hoogconflictscheiding significant toeneemt3.

Geweld kan de emotionele toestand van de betrokkenen ernstig beïnvloeden, waardoor conflicten escaleren.

De dynamiek van geweld kan de conflictintensiteit verhogen en maakt het voor de slachtoffers moeilijker om een veilige en gezonde scheiding te realiseren.

Het is cruciaal dat betrokkenen in dergelijke situaties professionele hulp inschakelen om de veiligheid en het welzijn van alle partijen, vooral kinderen, te waarborgen.


Geweld in een scheiding is niet altijd zichtbaar of gemeld.

Professionals moeten daarom alert zijn op subtiele signalen, zoals:


  • Angst, stress of onderwerping bij een partner

  • Controlerende of intimiderende houding van een partner

  • Inconsistente verklaringen over verwondingen of conflicten

  • Een voorgeschiedenis van politiecontacten of hulpverlening rondom geweld


Kijk daarbij naar de daden, luister niet (alleen) naar de woorden.


"Geweld is een belangrijke risicofactor voor hoogconflictscheidingen. Professionals moeten de signalen leren herkennen en bespreekbaar maken om escalatie te voorkomen en veiligheid te waarborgen." - Dr. Kelly Browe Olson, University of Arkansas4


Gevolgen en hulpverlening


Een hoogconflictscheiding heeft grote impact op alle betrokkenen.

Kinderen ervaren loyaliteitsconflicten, emotionele belasting en soms ontwikkelingsschade.

Ex-partners raken verstrikt in juridische en emotionele strijd, met negatieve gevolgen voor welzijn en functioneren. De omgeving raakt ook betrokken en belast.


Vroegtijdige signalering en interventie zijn cruciaal.

Professionals zoals advocaten, rechters, bemiddelaars en hulpverleners moeten samenwerken om het conflict te de-escaleren en constructieve oplossingen te vinden.


Hierbij is aandacht voor de onderliggende oorzaken zoals geweld, persoonlijkheidsproblematiek en verstoorde gezinsdynamiek van belang.


Specialistische therapie, ouderschapsbemiddeling en een gefaseerde, duidelijke juridische aanpak zijn belangrijke elementen in de hulpverlening5.



Conclusie


Een hoogconflictscheiding is een complexe en belastende situatie die zich onderscheidt door de intensiteit en duur van de strijd tussen ex-partners, vaak met geweld als onderliggende factor.

Professionals spelen een sleutelrol in het herkennen van de signalen en het bieden van passende, interdisciplinaire hulp om de negatieve spiraal te doorbreken en betrokkenen te ondersteunen naar een gezonde toekomst.


Eva



Bronnen


  1. Anderson, S.R., Anderson, S.A., Palmer, K.L., Mutchler, M.S., & Baker, L.K. (2011). Defining high conflict. The American Journal of Family Therapy, 39(1), 11-27.

  2. Holtzworth-Munroe, A., Beck, C.J., & Applegate, A.G. (2010). The mediator's assessment of safety issues and concerns (MASIC): A screening interview for intimate partner violence and abuse available in the public domain. Family Court Review, 48(4), 646-662.

  3. Katz, L. Y., et al. (2018). "The Dynamics of High-Conflict Divorce: Implications for Policy and Practice." Journal of Family Psychology.

  4. Olson, K.B. (2014). High-Conflict Divorce: A Form of Child Neglect. Family Court Review, 52(4), 642-656.

  5. Greenberg, L.R., Doi Fick, L., & Schnider, H.R.A. (2016). High-conflict divorce: Legal and psychological challenges. Journal of Forensic Sciences, 61, 177-186.



bottom of page