top of page

Aandachtspunten bij de systemisch-contextuele aanpak van intrafamiliaal geweld

Foto van schrijver: Eva VerweenEva Verween

Systemisch en contextueel werken biedt waardevolle handvatten voor de aanpak van intrafamiliaal geweld, mits men alert is voor de aandachtspunten die er zijn.




Systemisch en contextueel werken kan zeker een meerwaarde zijn in de begeleiding van intrafamiliaal geweld.

In plaats van alleen te focussen op het individu, kijkt deze benadering naar het hele systeem en de context waarin het geweld plaatsvindt.

Door de onderliggende dynamiek en patronen binnen het gezin bloot te leggen, kunnen de echte oorzaken van het geweld worden aangepakt.

(Ik hoor veel slachtoffers van intrafamiliaal geweld nu "ja, maar" denken...

En m.i. is "ja, maar" wel terecht want deze benadering kent natuurlijk ook uitdagingen, beperkingen en aandachtspunten.)



Wat is systemisch en contextueel denken?


Systemisch en contextueel denken gaat ervan uit dat mensen en hun gedrag onlosmakelijk verbonden zijn met en beïnvloed worden door de relationele en sociale systemen waar ze deel van uitmaken. Problemen worden niet gezien als individuele pathologie, maar als uitingen van verstoorde interactiepatronen en machtsrelaties binnen het systeem.


Door systemisch te kijken en werken, krijgen hulpverleners meer zicht op de dynamieken en kan er duurzame verandering tot stand komen. De context is altijd van invloed en het systeem als geheel wordt betrokken.


De kernprincipes zijn:


  • Kijken naar patronen en verbanden: gedrag en problemen worden gezien in de context van relaties en systemen zoals gezin, familie, werk, enz.

  • Circulair denken: er wordt gekeken naar de wisselwerking en wederzijdse beïnvloeding tussen mensen, in plaats van lineair oorzaak-gevolg denken.

  • Meervoudig partijdig zijn: de hulpverlener heeft oog voor de perspectieven en belangen van alle betrokkenen in het systeem.

  • Gericht op oplossingen en krachten: de focus ligt op het versterken van krachten en hulpbronnen die al aanwezig zijn in het systeem.


  • Individuen maken deel uit van verschillende systemen, zoals het gezin, de familie, de gemeenschap en de maatschappij. Deze systemen beïnvloeden elkaar wederzijds.

  • Gedrag en problemen van individuen kunnen alleen begrepen worden in relatie tot deze bredere context. Ze zijn vaak een symptoom van disfuncties in het systeem.

  • Verandering in één deel van het systeem beïnvloedt het hele systeem. Duurzame verandering vraagt dus om een systemische aanpak.


Enkele belangrijke denkers die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van systemisch en contextueel denken:

  • Gregory Bateson (1904-1980) was een invloedrijke Britse antropoloog, sociaal wetenschapper, linguïst en systeemdenker. Hij leverde belangrijke bijdragen aan de cybernetica, communicatietheorie en systeemtheorie. Bateson deed onderzoek naar communicatiepatronen binnen families en ontwikkelde het concept van de "dubbele binding" in relatie tot schizofrenie. Hij zag de menselijke geest als een systeem dat nauw verbonden is met zijn omgeving en andere systemen. Zijn holistische benadering benadrukte het belang van patronen, relaties en context in het begrijpen van complexe fenomenen. Batesons interdisciplinaire werk heeft grote invloed gehad op gebieden als psychologie, ecologie en informatica.

  • Salvador Minuchin (1921-2017) was een invloedrijke Argentijns-Amerikaanse psychiater en gezinstherapeut. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de structurele gezinstherapie, een benadering die focust op de interactiepatronen en structuur binnen gezinnen. Minuchin geloofde dat veel psychische problemen voortkomen uit disfunctionele gezinsrelaties. Door de hiërarchie, grenzen en subsystemen binnen het gezin te herstructureren, streefde hij ernaar de gezinsdynamiek te verbeteren en zo het welzijn van individuen te bevorderen. Zijn innovatieve ideeën en technieken, zoals het in kaart brengen van gezinsstructuren en directieve interventies, hebben de gezinstherapie sterk beïnvloed. Minuchins nalatenschap leeft voort in de hedendaagse praktijk van systeemtherapie.

  • Virginia Satir (1916-1988) was een invloedrijke Amerikaanse psychotherapeut, bekend als de "moeder van de gezinstherapie". Ze ontwikkelde baanbrekende methodes om gezinnen te helpen communiceren en groeien op een gezonde manier. Satir geloofde dat ieder individu waarde heeft en het vermogen bezit om te veranderen. Door open en eerlijke communicatie binnen het gezin te bevorderen, hielp ze gezinsleden elkaar beter te begrijpen. Haar aanpak was warm, empathisch en gericht op het versterken van de onderlinge banden. Met haar innovatieve therapieën en talloze publicaties heeft Virginia Satir een blijvende impact gehad op het vakgebied. Haar gedachtegoed wordt nog steeds wereldwijd toegepast om gezinnen te ondersteunen in hun groei en ontwikkeling.

  • Ivan Boszormenyi-Nagy (1920-2007) was een invloedrijke Hongaars-Amerikaanse psychiater en gezinstherapeut. Hij staat bekend als de grondlegger van de contextuele therapie, een benadering die de nadruk legt op loyaliteit, verantwoordelijkheid en ethiek binnen familierelaties. Boszormenyi-Nagy benadrukte het belang van intergenerationele banden en de invloed van familiegeschiedenis op individueel welzijn. Volgens hem spelen onzichtbare loyaliteiten en verplichtingen binnen families een cruciale rol. Door deze dynamieken te onderzoeken en bespreekbaar te maken, kunnen verstoorde relaties hersteld worden. Zijn gedachtegoed heeft de gezinstherapie verrijkt met concepten als parentificatie, roulerende rekening en verdiende betrouwbaarheid. Boszormenyi-Nagy's nalatenschap inspireert therapeuten wereldwijd om families te helpen hun relationele ethiek te versterken en destructieve patronen te doorbreken.

  • Urie Bronfenbrenner (1917-2005) was een invloedrijke Amerikaanse psycholoog die bekend staat om zijn ecologische systeemtheorie. Deze theorie stelt dat de ontwikkeling van een individu wordt beïnvloed door verschillende systemen in zijn of haar omgeving, variërend van directe interacties tot bredere sociale en culturele contexten. Bronfenbrenner identificeerde vijf systeemniveaus: microsysteem, mesosysteem, exosysteem, macrosysteem en chronosysteem. Zijn werk benadrukte het belang van de wisselwerking tussen deze systemen en hoe ze de ontwikkeling van een persoon vormgeven. Bronfenbrenners theorie heeft een significante impact gehad op de studie van de ontwikkelingspsychologie en wordt nog steeds veel toegepast in onderzoek en de praktijk.



Systemisch en contextueel kijken naar intrafamiliaal geweld


Vanuit systemisch perspectief wordt intrafamiliaal geweld gezien als een symptoom van een verstoord systeem waarin sprake is van ongelijke machtsverhoudingen en disfunctionele relatiepatronen en communicatie binnen het gezin.

Het gebruik van geweld hangt vaak samen met een geschiedenis van onrecht, gekwetste loyaliteiten en destructieve overlevingsstrategieën die van generatie op generatie worden doorgegeven.


Het geweld dient vaak een functie, zoals het reguleren van onderlinge spanningen of machtsstrijd.

Contextuele hulpverleners kijken daarnaast naar de bredere context, zoals intergenerationele patronen van geweld of de invloed van maatschappelijke normen en waarden.


In de praktijk betekent dit dat hulpverleners niet alleen met slachtoffers werken, maar het hele gezinssysteem betrekken. Ze onderzoeken de onderliggende dynamieken, loyaliteiten en behoeften van alle gezinsleden.


Daarbij is het cruciaal om oog te hebben voor ongelijke machtsrelaties en om de veiligheid van slachtoffers te waarborgen. Dat laatste moet altijd de prioriteit zijn.


Hulpverleners streven ernaar om destructieve communicatie- en interactiepatronen te doorbreken en gezinsleden te helpen rechtvaardiger en zorgzamer met elkaar om te gaan. Ze richten zich op het verbeteren van communicatie en interactie, het herstellen van verbindingen en het rechtvaardiger verdelen van verantwoordelijkheden, rechten en plichten.


De focus ligt op het vergroten van ieders zeggenschap over het eigen leven en welzijn.


Een systemische en contextuele benadering heeft belangrijke implicaties voor de hulpverlening bij intrafamiliaal geweld:


  • De focus ligt op het begrijpen en veranderen van disfunctionele interactiepatronen en niet alleen op het "behandelen" van individuen.

  • Hulpverleners betrekken het hele gezinssysteem bij de begeleiding, inclusief daders en andere gezinsleden, om onderliggende dynamieken aan te pakken.

  • Er wordt gewerkt aan het versterken van gezonde communicatie en interactie, het stellen van duidelijke grenzen en het creëren van een veilige gezinsomgeving.

  • Aandacht voor de intergenerationele overdracht van geweld en het doorbreken van destructieve patronen die van generatie op generatie worden doorgegeven.

  • Samenwerking met andere hulpverleningsinstanties en maatschappelijke organisaties om een breder vangnet te creëren en systeemverandering te bewerkstelligen.



Psychopathologie en intrafamiliaal geweld


Vanuit een systemisch en contextueel perspectief wordt psychopathologie niet gezien als een geïsoleerd individueel probleem, maar als een symptoom van disfunctionele gezinspatronen en trauma's. Intrafamiliaal geweld kan leiden tot diverse psychische problemen bij slachtoffers, zoals PTSS, depressie en angststoornissen.


Psychische en persoonlijkheidsproblematieken bij slachtoffers en plegers worden gezien als uitingen van de last die het systeem bij individuen legt.

Contextueel werkers proberen de psychische nood van alle betrokkenen te erkennen en verbinden die met de relationele en maatschappelijke context.


Tegelijkertijd kan bestaande psychopathologie bij daders, zoals persoonlijkheidsstoornissen of verslavingsproblematiek, bijdragen aan gewelddadig gedrag binnen het gezin.

Een systemische benadering erkent de complexe wisselwerking tussen individuele kwetsbaarheden en gezinsdynamieken in het ontstaan en in stand houden van geweld.



Aandachtspunten bij systemisch en contextueel werken


Systemisch en contextueel werken kan een belangrijke bijdrage leveren aan het stoppen en voorkomen van geweld door de onderliggende dynamiek en patronen zichtbaar en bespreekbaar te maken.

Door de focus op gedeelde verantwoordelijkheid en wederkerigheid, ontstaat er meer ruimte voor verandering en herstel.


Verandering is mogelijk, MAAR vraagt om een zorgvuldige afstemming op de specifieke context en noden van elk gezin.


Daarbij moeten we realistisch zijn over de mogelijkheden én grenzen van systemisch werken.


  • Het eerste en meest cruciale aandachtspunt bij de systeembenadering bij intrafamiliaal geweld is de veiligheid van de slachtoffers. In situaties waar sprake is van acuut gevaar, moet de veiligheid van de slachtoffers altijd voorop staan. Systeemwerk kan in deze gevallen niet de eerste prioriteit zijn. Het is essentieel dat er eerst maatregelen worden genomen om de veiligheid van de slachtoffers te waarborgen, zoals het inschakelen van hulpinstanties en het creëren van een veilige omgeving.

  • Een ander belangrijk aandachtspunt bij de systeembenadering in contexten van intrafamiliaal geweld is de machtsongelijkheid binnen het gezinssysteem. In contexten waar geweld plaatsvindt, is er vaak sprake van een ongelijke machtsverhouding tussen de dader en het slachtoffer. De dader heeft meestal de controle en het slachtoffer voelt zich machteloos. Systeemwerk gaat uit van gelijkwaardigheid en samenwerking tussen gezinsleden, maar dit is in situaties van geweld niet altijd realistisch. Het is cruciaal dat hulpverleners zich bewust zijn van deze machtsongelijkheid en hier rekening mee houden in de begeleiding. Dwingende controle en machtsongelijkheid vragen om een directieve, beschermende aanpak. Bemiddeling of gezamenlijke gesprekken zijn dan niet veilig of zinvol.

  • Een derde aandachtspunt bij systemisch werken in contexten van intrafamiliaal geweld is het risico op secundaire victimisatie van de slachtoffers. Wanneer slachtoffers het geweld opnieuw (en opnieuw...) moeten bespreken of geconfronteerd worden met hun pleger (bv. in bemiddelingsgesprekken), kan dit leiden tot hertraumatisering. Slachtoffers kunnen zich opnieuw machteloos voelen. Hulpverleners moeten traumasensitief tewerkgaan, altijd prioriteit geven aan het welzijn van de slachtoffers en hertraumatisering voorkomen.

  • Een vierde aandachtspunt is het gebrek aan gespecialiseerde kennis over intrafamiliaal geweld bij veel contextueel opgeleide hulpverleners en systeemtherapeuten. Geweld binnen gezinnen is een complex probleem dat specifieke expertise vereist. Therapeuten en hulpverleners die aan de slag willen in contexten van intrafamiliaal geweld moeten expertenkennis hebben van de dynamieken van geweld, de gevolgen voor slachtoffers en de meest effectieve begeleidingsstrategieën. Zonder deze gespecialiseerde kennis bestaat het risico dat de begeleiding niet adequaat is en zelfs schadelijk kan zijn voor de slachtoffers.

  • Een vijfde aandachtspunt is het werken met plegers. Het kan lastig zijn om plegers van geweld te betrekken, zeker als zij geen verantwoordelijkheid nemen voor hun daden. Verandering van diepgewortelde patronen kost veel tijd en is niet altijd haalbaar, met name als plegers geen probleembesef of motivatie tot verandering hebben. Hulpverleners moeten ook alert zijn voor manipulatie en het bagatelliseren van eender welke vorm van geweld. Soms zijn juridische maatregelen of druk van buitenaf nodig om verandering af te dwingen. Hulpverleners moeten partij durven kiezen voor wie het meest kwetsbaar is en tegenwicht bieden aan destructief of gewelddadig gedrag.

  • Een zesde aandachtspunt is een gebrek aan aandacht voor feiten. Veel hulpverleners gaan uit van de stelling dat "iedereen zijn (psychologische) waarheid heeft" en dat "dé waarheid niet bestaat". Ze moeten er rekening mee houden dat mensen soms informatie achterhouden of verdraaien. Liegen of verzwijgen komt veel voor. Een onderzoekende houding naar de feiten en goede diagnostiek zijn essentieel (en dat is lang niet hetzelfde als onderzoek naar de perceptie van de feiten).

  • Een zevende aandachtspunt is dat slachtoffers zich miskend of niet gehoord kunnen voelen. Intrafamiliaal geweld vindt plaats binnen de context van familierelaties en is vaak verweven met emotionele banden, afhankelijkheid en loyaliteit. Hulpverleners die werken vanuit een systemisch contextuele benadering proberen de hele familiecontext te betrekken bij de hulpverlening. Echter, voor slachtoffers kan dit juist het gevoel geven dat hun ervaringen en behoeften ondergeschikt worden gemaakt aan die van het familiesysteem als geheel. Ze kunnen het gevoel krijgen dat de hulpverlener meer begrip toont voor de dader dan voor hen als slachtoffer. Dit kan leiden tot gevoelens van onbegrip, frustratie en eenzaamheid. Slachtoffers van intrafamiliaal geweld hebben behoefte aan erkenning en validatie van hun ervaringen. Ze willen gehoord en begrepen worden, zonder oordeel of bagatellisering. Helaas ervaren veel slachtoffers een gebrek aan erkenning en validatie van hun hulpverleners. Dit kan komen doordat hulpverleners:

    • De ernst van het geweld onderschatten

    • De verantwoordelijkheid voor het geweld mede bij het slachtoffer leggen of minstens die indruk wekken

    • De nadruk leggen op communicatie, verzoening en herstel van de familierelaties

    • Onvoldoende oog hebben voor de veiligheid en bescherming van het slachtoffer

    • Onvoldoende kennis bezitten over intrafamiliaal geweld


Met deze zaken hou ik allemaal rekening wanneer ik met mijn systemische bril naar de context kijk.



Conclusie


Systemisch en contextueel werken biedt zeker waardevolle handvatten voor de aanpak van intrafamiliaal geweld.

Door de blik te verruimen naar onderliggende relatiedynamieken en de bredere context, kunnen zeker nieuwe inzichten en interventiemogelijkheden ontstaan, maar het is helaas ook geen wondermiddel dat op zichzelf bij alle vormen van geweld succesvol ingezet kan worden.


Het is cruciaal om de veiligheid en noden van slachtoffers voorop te stellen en alert te zijn voor de beperkingen van deze benadering.

Het is een benadering die ook veel vraagt van de deskundigheid en persoonlijke kwaliteiten van hulpverleners. Systemisch-contextueel werken kan volgens mij een zeer waardevolle aanvulling zijn op andere kennis en interventies, mits men alert is voor de aandachtspunten die er zijn.


Een veilige, directieve aanpak blijft m.i. nodig, met erkenning voor de positie en ervaringen van slachtoffers.

Maatwerk, zorgvuldigheid, kennis, transparantie, een onderzoekende houding en een voortdurende gerichtheid op veiligheid en herstel van alle betrokkenen zijn cruciaal, evenals samenwerking tussen professionals over expertises en disciplines heen.


Ik ben zelf voorstander van een multimodale aanpak, waarbij de systemische benadering wordt gecombineerd met andere interventies gericht op de veiligheid en het herstel van slachtoffers en het stoppen van plegers.

Uiteindelijk is voor het terugdringen van geweld in gezinnen volgens mij een integrale aanpak nodig, waarin individuele hulp, systeemtherapie, maatschappelijke ondersteuning en preventie hand in hand gaan.


Daarbij moeten we erkennen dat niet alle geweld oplosbaar is, maar tegelijkertijd de hoop levend houden dat verandering mogelijk is als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.


Wil je hulp? Wil je met me samenwerken?

Laat het me weten!


Eva


Blijf op de hoogte!

Bedankt voor je aanmelding!

Je ontvangt dadelijk een e-mail van no-reply@crm.wix.com om je aanmelding te bevestigen (check ook je spamfolder!).
Enkel na bevestiging zal je verdere e-mails ontvangen.

Voeg eva.verween@elpida ook toe als veilige afzender in je e-mailprogramma zodat de e-mails niet als spam aanzien worden.

Praktijk Elpida - Eva Verween

Praktijkadres: Jan De Lichte 24, 9090 Merelbeke-Melle (België)

Gsm: +32 472 06 80 24

E-mail: eva.verween@elpida.be

BTW-nummer: BE0743842124

Werkgebied: Vlaanderen (Oost-Vlaanderen,
West-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg), Nederland en eender waar je Nederlandstalig bent.

©Eva Verween - Alle rechten voorbehouden

bottom of page