Het kind als therapeut na scheiding: grensvervaging en impact
- Eva Verween
- 5 sep
- 7 minuten om te lezen
Elke week zie ik in mijn praktijk hetzelfde hartverscheurende patroon: kinderen van 12 of 16 jaar die met gebogen schouders en donkere kringen onder hun ogen vertellen hoe ze 's avonds hun moeder troosten na de scheiding of dat papa hen belt om te vragen "wat mama heeft gezegd over de alimentatie"

Deze kinderen dragen een last die niet van hen is, maar die ze uit liefde en loyaliteit op zich nemen.
En wij, als samenleving, kijken te vaak weg.
Na jaren ervaring in gezins- en traumatherapie durf ik het hardop te zeggen: we normaliseren systematisch kindermishandeling wanneer we grensvervaging tussen ouders en kinderen afdoen als "een moeilijke fase na de scheiding".
Het is tijd dat we dit probleem bij de naam noemen en ingrijpen voordat er een hele generatie opgroeit met de verkeerde blauwdruk voor gezonde relaties.
Het kind als therapeut na scheiding
In België eindigt één op de vier huwelijken in een scheiding,
in Nederland is dit ongeveer één op de drie.
Wat we echter zelden bespreken, is dat bij ongeveer 40% van deze scheidingen sprake is van wat psychologen "boundary dissolution" noemen - het vervagen van gezonde grenzen tussen ouder en kind.
Dit betekent dat jaarlijks tienduizenden kinderen worden blootgesteld aan emotionele patronen die hun ontwikkeling ernstig kunnen schaden.
Het gaat hierbij niet om bewuste kindermishandeling in de traditionele zin.
Het gaat om ouders die - vaak uit pure wanhoop en eenzaamheid - hun eigen emotionele noden laten prevaleren boven de ontwikkelingsbehoeften van hun kind.
Ze maken van hun zoon of dochter hun vertrouweling, hun emotionele steun, hun bondgenoot in de strijd tegen de ex-partner.
Dit patroon herken ik als geen ander.
In mijn praktijkruimte heb ik gezien hoe een 12-jarig meisje nachten wakker lag omdat papa haar had verteld over mama's nieuwe vriend en "hoe erg dat wel niet was". Ik heb een jongen van 17 begeleid bij wie de stukken uit de rechtszaak tussen zijn ouders bij vader gewoon op de eettafel lagen en waaruit vader voorlas wat moeder hem allemaal aandeed.
Ik heb een 13-jarig meisje begeleid wiens vader haar tijdens de schooluren berichten stuurde over het bedrog van haar plusmama en dat "het meisje hem moest ondersteunen omdat hij niemand anders had om mee te praten".
Ik heb een 14-jarige jongen begeleid die wekenlang niet kon eten omdat hij zich schuldig voelde over zijn wens om een hobby buitenshuis te hebben, terwijl mama hem constant liet voelen dat ze hem "zo hard nodig had".
Kinderen zijn geen emotionele hulpverleners
Mijn eerste en belangrijkste stelling is dat kinderen fundamenteel niet uitgerust zijn om de emotionele regulator van hun ouders te zijn.
Hun hersenen zijn nog volop in ontwikkeling, hun eigen identiteit nog fragiel, hun begrip van complexe volwassen emoties beperkt.
Wanneer een ouder tegen zijn 12-jarige zoon zegt: "Jij bent de enige die me echt begrijpt", plaatst hij een last op die kleine schouders die fysiologisch en psychologisch te zwaar is.
Onderzoek laat zien dat parentificatie bij jongeren samenhangt met verhoogde stress en psychische klachten. Chronische stress in de kindertijd gaat vaak gepaard met ontregeling van de HPA-as (cortisol), wat in verband staat met slaap- en concentratieproblemen en een verhoogd risico op angst- en depressieve klachten.
Het kind raakt hyperalert op de emotionele staat van de ouder
Eigen behoeften worden systematisch onderdrukt
Er ontstaat een omkering van de zorgrelatie die ontwikkelingsschade veroorzaakt
Het kind leert dat liefde voorwaardelijk is en gekoppeld aan zorgverlening
We zien dit patroon terug in het stijgend aantal kinderen dat zich meldt bij psychologen en therapeuten met klachten over "emotionele overbelasting".
Deze kinderen gebruiken vaak precies die woorden: ze voelen zich overbelast, maar weten niet waarom of hoe ze hieruit moeten of kunnen stappen.
Grensvervaging creëert loyaliteitsconflicten die kinderen verscheuren
Mijn tweede standpunt is dat grensvervaging kinderen plaatst in onoplosbare loyaliteitsconflicten die hun emotionele ontwikkeling ernstig verstoren.
Wanneer mama 8-jarige Sophie gebruikt als boodschapper ("Vraag maar aan papa waarom hij weer te laat is met betalen"), wordt het kind gedwongen om te kiezen tussen beide ouders.
Deze driehoeksdynamiek - wat psychologen triangulatie noemen - is gif voor de kinderpsyche.
Het kind kan niet meer veilig van beide ouders houden zonder het gevoel te hebben iemand te verraden.
Dit leidt tot wat ik "emotionele verlamming" noem: kinderen die leren hun eigen gevoelens af te sluiten omdat elk gevoel potentieel gevaarlijk is.
Een kind dat wordt gebruikt als emotionele brug tussen conflicterende ouders, leert dat liefde altijd gepaard gaat met verraad.
In Nederlandse en Belgische familierechtzaken zie ik regelmatig rapporten van kinderbeschermers die dit patroon herkennen maar niet weten hoe ze moeten ingrijpen.
De wetgeving biedt onvoldoende handvatten om op te treden tegen emotionele grensvervaging, omdat het vaak subtiel en geleidelijk gebeurt.
Concreet manifesteert dit zich als:
Kinderen die 's nachts wakker liggen van zorgen over papa's financiën
Tieners die stoppen met het uiten van eigen wensen om conflict te vermijden
Jongeren die hun studiekeuze baseren op wat mama het minst verdrietig zou maken
Volwassenen die later moeite hebben met intimiteit omdat nabijheid gelijkstaat aan verantwoordelijkheid
We onderschatten de lange termijn gevolgen dramatisch
Mijn derde argument is dat we de levenslange impact van grensvervaging systematisch bagatelliseren.
"Ze komen er wel overheen", hoor ik te vaak.
Maar uit longitudinaal onderzoek blijkt het tegenovergestelde: kinderen die opgroeien in gezinnen met vervaagde generatiegrenzen, hebben een verhoogd risico op relationele problemen in de volwassenheid.
Ze ontwikkelen wat ik "de redder-identiteit" noem: een diepgewortelde overtuiging dat hun waarde als mens afhangt van hun vermogen om anderen te helpen en te redden.
Of het tegenovergestelde is ook mogelijk: "de vermijder-identiteit" waarbij intimiteit wordt geassocieerd met gevaarlijke verantwoordelijkheid.
Vlaamse en internationale studies tonen dat gescheiden gezinnen – zeker bij grensvervaging of hoge ouderlijke conflicten – samenhangen met meer depressieve en angstige klachten en slechtere ouder-kindrelaties bij jongeren.
Verhoogde kans op burnout door chronische oververantwoordelijkheid
Moeilijkheden met het stellen van gezonde grenzen in relaties
Neiging tot please-gedrag ten koste van eigen behoeften
Verhoogd risico op ongezonde partnerrelaties
Deze patronen zetten zich voort naar de volgende generatie.
Kinderen van ouders die zelf als kind werden "geparentificeerd", hebben verhoogde kans om dit patroon te herhalen met hun eigen kinderen.
De andere ouder wordt structureel machteloos gemaakt
Mijn vierde overtuiging betreft het systemische karakter van het probleem.
Grensvervaging gebeurt zelden in isolatie - het creëert een dynamiek waarbij de "gezonde" ouder systematisch wordt buitengesloten en gecriminaliseerd.
Wanneer mama 13-jarige Tim gebruikt als vertrouweling en hem vertelt hoe "egoïstisch en ongevoelig" papa is, wordt niet alleen het kind beschadigd.
Ook papa's mogelijkheden om een gezonde ouderschapsrelatie op te bouwen worden ondermijnd.
Het kind leert papa te wantrouwen en zich schuldig te voelen over positieve gevoelens richting hem.
Ik zie regelmatig vaders en moeders die wanhopig zoeken naar manieren om hun kinderen te beschermen tegen deze dynamiek, maar zich machteloos voelen omdat:
Het familierecht onvoldoende instrumenten biedt tegen emotionele manipulatie
Kinderbeschermingsdiensten vaak pas ingrijpen bij zichtbare verwaarlozing of mishandeling
Therapeuten het moeilijk vinden om ouders te confronteren met hun grensvervaging
Scholen en andere instanties het patroon niet herkennen of weten hoe ze moeten rapporteren of hun neutraliteit willen behouden en beide ouders gelijk willen behandelen
Dit leidt tot een vicieuze cirkel waarbij de grensvervaging zich kan voortzetten zonder adequaat tegenwicht.
De harde waarheid die weinigen wil horen
Na jaren werken met familiesystemen durf ik de harde waarheid onder ogen te zien: veel van wat we "normale scheidingsproblematiek" noemen, is eigenlijk mooi verpakte kindermishandeling met een grote strik errond.
Wanneer we een ouder niet durven aanspreken op het systematisch overschrijden van emotionele grenzen omdat hij of zij "zo veel heeft meegemaakt", kiezen we voor de volwassene ten koste van het kind.
In mijn praktijk zie ik de gevolgen dagelijks: kinderen die op hun zesde al leren dat hun emoties minder belangrijk zijn dan die van mama.
Tieners die hun eigen dromen opzij zetten omdat papa "hen zo hard nodig heeft". Jongvolwassenen die niet durven verhuizen omdat mama dan "helemaal alleen zou zijn".
Dit is geen normale ontwikkeling.
Dit is geen "sterke band" tussen ouder en kind.
Dit is een systematische verstoring van gezonde ontwikkeling die we als samenleving normaliseren omdat we bang zijn om ouders te confronteren met hun eigen pijn.
Wat we nu moeten doen
Mijn overtuiging is dat we drastisch moeten omschakelen in onze benadering. In plaats van te wachten tot kinderen "er overheen groeien", moeten we proactief ingrijpen zodra we signalen van grensvervaging herkennen.
Dit betekent concreet:
Schoolteams opleiden in het herkennen van grensvervaging-symptomen
Familierechters voorzien van duidelijkere richtlijnen over emotionele kindermishandeling
Therapeuten en hulpverleners trainen in het confronteren van grensoverschrijdende ouders
Kinderen zelf informeren over wat gezonde ouder-kind grenzen zijn
De keuze die we vandaag maken
We staan voor een keuze.
We kunnen blijven doen alsof grensvervaging tussen ouders en kinderen "hoort bij een moeilijke scheiding".
We kunnen blijven hopen dat kinderen "veerkrachtig genoeg" zijn om er zonder kleerscheuren doorheen te komen.
Of we kunnen de moed opbrengen om te erkennen dat we een generatie kinderen in de steek laten door weg te kijken van emotionele patronen die hun ontwikkeling ernstig schaden.
We kunnen durven uitspreken dat ouders - hoe pijnlijk hun eigen situatie ook is - de verantwoordelijkheid hebben om hun kinderen te beschermen tegen hun eigen emotionele noden.
Een kind heeft het recht om kind te zijn en om niet de emotionele therapeut van zijn ouders te spelen.
Ik ben ervan overtuigd dat we dit probleem kunnen aanpakken - als we bereid zijn om oncomfortabele waarheden onder ogen te zien en structureel te veranderen hoe we naar gescheiden gezinnen kijken.
De urgentie van vandaag
Elke dag dat we wachten, zijn er kinderen die vannacht wakker liggen omdat mama heeft gehuild over papa's nieuwe relatie.
Elke dag zijn er kinderen die rechtbankdossiers te lezen krijgen.
Elke dag zijn er kinderen die als boodschapper tussen ouders gebruikt worden.
Elke dag zijn er tieners die hun eigen toekomstplannen aanpassen omdat papa "hen zo hard nodig heeft sinds de scheiding".
Elke dag groeien er jongeren op die leren dat liefde betekent: jouw pijn is belangrijker dan mijn behoeften.
We kunnen dit stoppen.
We hebben de kennis, we hebben de middelen, we hebben voorbeelden van effectieve interventies.
Wat we nodig hebben is de moed om het probleem bij de naam te noemen en de discipline om consequent te handelen in het belang van kinderen - ook wanneer dat betekent dat we ouders moeten confronteren met gedrag dat zij als "normale zorg" ervaren.
De vraag is niet of we kunnen ingrijpen.
De vraag is of we de morele moed hebben om het te doen.
Voor elke Sophie, elke Tim, elke kind dat vanavond in bed ligt met zorgen die niet van hem of haar zijn, moeten we die moed vinden.
Want kinderen verdienen ouders die HUN emotionele regulator zijn - niet andersom.
Herken je dit patroon in je eigen situatie of die van kinderen in je omgeving?
Zwijg niet langer. Zoek professionele hulp die gespecialiseerd is in gezinsdynamiek na scheiding (je hebt er op deze website al één gevonden).
Vroege interventie kan het verschil maken tussen een jeugd vol zorgen en een gezonde ontwikkeling naar volwassenheid.